Het begon als een experiment, alweer bijna 7 jaar geleden. De aanleiding was een bericht waarin werd gesteld dat je smaak verandert als je 10 dagen geen suiker meer eet. Ik geloofde dat niet, je smaakpapillen zijn immers een stukje van je zenuwstelsel en dat kan zich in zo’n korte tijd toch ècht niet aanpassen was mijn gedachte.
“The proof of the pudding is in the eating” zeggen ze, dus er zat maar 1 ding op: een experiment! Zo kwam het dat ik november 2015 stopte met toegevoegde suikers. Voor mij betekende het geen vruchtenhagel op de ontbijtboterham, geen ontbijtkoek meer tussendoor, geen kaakjes en helemaal stoppen met (zelfgebakken) cake of taart. In de dagelijkse laurierdropjes en kauwgom zat gelukkig geen suiker…
Een echte zoetekauw ben ik nooit geweest en ik was al jaren gewend alleen iets lekkers te nemen als ik daar echt zin in had. De uitvoering van dit experiment viel me niet tegen en het weglaten van suiker lukte goed en koste me weinig moeite. Na ruim anderhalve week kwam het moment om de proef op de som te nemen toen ik mijn favoriete sinterklaaslekkernij in de keuken zag liggen. Marsepein, mjammie. Maar daar dachten mijn smaakpapillen inmiddels anders over. De smaak van marsepein pakte heel anders uit, ik vond het echt niet lekker. Zou mijn smaak dan echt in 10 dagen zijn veranderd? Ik kon niet anders concluderen dat dit inderdaad het geval was. Bijzonder!
Experiment geslaagd zou je zeggen, bewijs geleverd. Weliswaar n=1, maar toch. Interessant vond ik het om, als niet meer praktiserend diëtist, weer gericht met mijn eigen eetgewoontes bezig te zijn. Het lezen van kookboeken en uitproberen van nieuwe recepten was al jarenlang een fijn tijdverdrijf en daar deed ik nu allerlei nieuwe ontdekkingen. De voedingsvakken uit de opleiding Voeding en Diëtetiek zoals recepten- en menuleer, levensmiddelenleer en warenkennis kwamen goed van pas. Stap voor stap leerde ik meer over het minderen met suiker en ontdekte ik de verschillende opvattingen hierover. Zo kon ik niet geloven dat kokosbloesemsuiker een passend alternatief zou zijn. Daarover later meer.
Dus na de 10 dagen experiment ging ik door met het minderen met suiker… In de weken die volgden merkte ik dat mijn gewicht verminderde. Onverwacht, het waren immers kleine veranderingen in mijn dagelijkse voedingspatroon. Niet alleen het gewicht veranderde maar ook mijn figuur. Waar ik mijn taille sinds de overgang kwijt was geraakt, kreeg ik die nu weer terug. Bijzonder, en mooi meegenomen. Waar ik heel blij van werd is dat ik merkte dat het minder noodzakelijk was om zeer regelmatig wat te eten. In de loop der jaren had ik mezelf aangeleerd om niet alleen 3 maaltijden per dag te eten, maar ook 2-3 keer iets tussendoor te nemen. Als dat eens niet lukte, was dat niet alleen voor mij vervelend. Het chagrijn sloeg toe, net als het ongeduld en gedram. Ik MOEST eten! Heel vervelend als je net een moeilijke klus doet of de vergadering die je voorzit uitloopt. Super onhandig als je onderweg bent en de berghut toch gesloten blijkt, de trein vertraging heeft of je per ongeluk een flinke omweg neemt… Ik was dus gewend om altijd wat achter de hand te hebben, in mijn rugzak standaard een plak (voorverpakt) ontbijtkoek, pakjes kaakjes, een banaan of een appel (al dan niet geschild). Daar had ik sinds het minder suiker experiment geen last meer van! Wat een RUST!
Voor mij reden genoeg om steeds verder te gaan in het minderen met suiker. Ik vind het niet alleen leuk om hiermee bezig te zijn, zaken uit te pluizen en dit met anderen te delen in mijn coachpraktijk, het levert me ook dagelijks rust op. De effecten van suiker en hoe dit werkt in je lichaam is de basis in de workshopserie.
Benieuwd wat jij merkt van minderen met suiker? Pak de regie en doe mee met de workshopserie ‘Ik ben toch niet van suiker?! Meld je aan.